Keratosis pilaris | Zo pak je het aan!
Keratosis Pilaris, aardbeienhuid (strawberry skin), kippenvelhuid, staat in de volksmond bekend als ‘anservel’. Deze huidaandoening heeft veel benamingen, en komt vaker voor dan je denkt. Maar wat houdt deze huidverandering precies in? En vooral: hoe kun je keratosis pilaris verzorgen of behandelen?
Bij keratosis pilaris is er nog geen duidelijke oorzaak vastgesteld. De meest gangbare verklaring is dat het gaat om een multifactoriële en goedaardige huidaandoening die gepaard gaat met een verhoorningsstoornis in de haarfollikel. Op het eerste gezicht doet het denken aan kippenvel, met kleine bultjes die wit of licht rood van kleur kunnen zijn.
De oorsprong van keratosis pilaris ligt in de opstapeling van keratine in de haarzakjes. Keratine is een lichaamseigen eiwit dat zorgt voor stevigheid in de huid, het haar en de nagels. Bij mensen met keratosis pilaris maakt de huid echter te veel keratine aan. Dit hoopt zich op in de haarfollikels, waardoor ze verstopt raken en de typische ruwheid en kleine bultjes ontstaan.
Bij keratosis pilaris hoopt het huideiwit keratine zich op in de haarfollikels. Dat klinkt misschien technisch, maar het resultaat herken je meteen: kleine, ruwe bobbeltjes op je huid, meestal wit of rood. De huid eromheen wordt dikker en ‘sluit’ als het ware de propjes in. Soms raken ook haartjes in de follikel opgesloten. Die kunnen gaan kronkelen onder de huid en leiden tot kleine ontstekingen of rode pukkeltjes. Dat verklaart waarom keratosis pilaris soms lijkt op een mix van kippenvel en puistjes (zonder dat het acne is).
Meest getroffen plekken? Denk aan je bovenarmen, dijen en billen. Maar ook je gezicht of hals kunnen betroffen zijn. Alleen je handpalmen en voetzolen blijven altijd vrij van deze aandoening.
Ook het gezicht kan getroffen worden door hyperkeratose (overmatige verhoorning) van de haarfollikels. In dat geval spreken we van bijzondere of zeldzamere vormen van keratosis pilaris. Hieronder vallen onder andere keratosis pilaris atrophicans faciei, keratosis pilaris rubra faciei, of keratosis pilaris faciei. De kenmerkende ruwe bultjes op een roodachtige ondergrond verschijnen in het gezicht vooral op de wangen. Afhankelijk van de specifieke vorm kunnen ze ook voorkomen aan de buitenkant van de wenkbrauwen, op de schouders of in de nek.
In zeldzame gevallen komt de huidaandoening ook voor op de hoofdhuid, oren of het voorhoofd. Soms gaat dit gepaard met haaruitval. Net als bij de klassieke vorm van keratosis pilaris, nemen de klachten vaak af met de leeftijd. De eerste symptomen beginnen meestal al in de kindertijd of puberteit en worden in de meeste gevallen gelinkt aan erfelijke aanleg. Bij een specifieke variant, erythromelanosis follicularis faciei, verschijnen er bovendien donker verkleurde, ruwe bultjes (papels) aan de buitenkant van de bovenarmen.
Keratosis pilaris treedt voor het eerst op in de vroege kindertijd – meer dan de helft van alle kinderen en jongeren (ca. 50–80%) heeft last van deze aandoening. Meisjes worden daarbij vaker getroffen dan jongens. Naarmate de leeftijd toeneemt, ontwikkelt deze goedaardige huidaandoening zich verder. In de puberteit is ze het sterkst aanwezig, waarna in de meeste gevallen een verbetering van de huidconditie wordt waargenomen.
Bij volwassenen komt keratosis pilaris nog bij ongeveer 40% van de mensen voor. Omdat deze huidaandoening, net als de oorzaken ervan, nog weinig wetenschappelijk onderzocht en vastgelegd is, vermoeden experts dat het werkelijke aantal mensen met klachten nog een stuk hoger ligt.
Let op: keratosis pilaris of toch iets anders?
Net als bij veel andere huidaandoeningen kan het huidbeeld van keratosis pilaris lijken op dat van andere huidaandoeningen. Overleg daarom altijd met je dermatoloog om zeker te weten dat het niet gaat om folliculitis, eczeem, milia (gerstekorrels), acne vulgaris of, in zeldzame gevallen, scorbut (ook wel scheurbuik genoemd).
De exacte oorzaak van keratosis pilaris is nog niet volledig bekend. Wel lijkt erfelijkheid een belangrijke rol te spelen. Zo vermoeden onderzoekers dat mutaties in het filaggrine-gen (een gen dat betrokken is bij het verhoorningsproces van de huid) bijdragen aan het ontstaan van deze huidaandoening. Dat vermoeden wordt ondersteund door het feit dat keratosis pilaris vaak binnen families voorkomt, vooral bij tweelingen.
Naast genetische aanleg zijn er ook andere factoren, zowel van binnenuit als van buitenaf, die het ontstaan kunnen bevorderen. Een van die interne factoren is de zogenaamde comorbiditeit: keratosis pilaris komt opvallend vaak voor bij mensen met andere huidaandoeningen of gezondheidsproblemen. Denk bijvoorbeeld aan atopische dermatitis (zoals eczeem), ichthyosis vulgaris, obesitas, diabetes mellitus of ondervoeding/voedingsstoornissen.
Omdat een droge huid ook een rol speelt bij het ontstaan en verergeren van keratosis pilaris, is het belangrijk om ook rekening te houden met externe factoren zoals weersomstandigheden en seizoenswisselingen. Uit een studie blijkt dat bij 47% van de mensen de klachten in de wintermaanden toenemen. De boosdoener? De lage luchtvochtigheid, waardoor je huid sneller vocht verliest én je talgklieren minder actief zijn. Het gevolg: je huid droogt uit en die typische keratinepropjes worden nog zichtbaarder.
In de zomer daarentegen ervaren 49% van de patiënten juist een verbetering van het huidbeeld. De hogere luchtvochtigheid in deze periode ondersteunt de natuurlijke vochtbalans van je huid, wat keratosis pilaris minder opvallend maakt.
Andere factoren die mogelijk een rol spelen bij het ontstaan van keratosis pilaris:
- Toename van huidcellen in de korrellaag (stratum granulosum), ook wel hypergranulose genoemd
- Lichte ontstekingsreactie vanuit witte bloedcellen
- Ontbreken van talgklieren in de aangedane huidgebieden
- Afwijkingen in de haarschacht die de normale haargroei verstoren
- Verstoorde huidbarrière die de huid gevoeliger maakt voor uitdroging en irritatie
- Veranderde huiddoorlaatbaarheid door een verstoorde rijping en organisatie van de buitenste huidlagen
- Tekort aan vitamine A
In de meeste gevallen verbetert de huid geleidelijk met de jaren. Maar wil je de ruwe plekjes eerder aanpakken, dan zijn er gelukkig allerlei manieren om je huid een handje te helpen. Eén ding is zeker: zonder een vaste verzorgingsroutine kom je er niet. Alleen wie consequent blijft smeren en verzorgen, zal verschil merken.
Let daarbij goed op je dagelijkse hygiëne. Gebruik milde, huidvriendelijke reinigingsproducten zonder irriterende stoffen. En hoe verleidelijk het soms ook is: blijf van de kleine bultjes af. Krabben of peuteren maakt het alleen maar erger en vergroot de kans op ontstekingen of littekentjes.
De behandeling van keratosis pilaris richt zich op drie belangrijke pijlers:
- Voorkomen van overmatige droogheid van de huid, met hydraterende crèmes
- Verzachten en verwijderen van de keratinepropjes, met keratolytische werkstoffen zoals peelings of lokale retinoïden
- Verminderen van roodheid (erytheem), bijvoorbeeld met milde, oppervlakkig werkende corticosteroïden
Veelgebruikte werkzame stoffen zijn salicylzuur, glycolzuur, ureum, en derivaten van vitamine A en D3. In sommige gevallen kunnen ook lichttherapie of laserbehandelingen zinvol zijn.
Let op: de effectiviteit van deze behandelingen is niet altijd eenduidig bewezen. In wetenschappelijke literatuur bestaan namelijk tegenstrijdige bevindingen over wat écht helpt tegen keratosis pilaris.
Voor de reiniging van de huid met keratosis pilaris is een activerende reinigingsschuim met keratolytische ingrediënten, zoals de DERMASENCE Mousse Cleansing foam een goede keuze. Deze bereidt de huid optimaal voor op de volgende stap in je verzorgingsroutine.
Na het reinigen kun je ’s avonds een verzorgingsproduct met fruitzuren gebruiken. Fruitzuurproducten met salicylzuur en glycolzuur helpen om verhoorningen los te maken en de huidtextuur te verfijnen. Zo kunnen ze ook ontstekingen helpen voorkomen. Een goede optie voor dagelijks gebruik is de DERMASENCE Seborra Skin clarifying body lotion met 10% glycolzuur. Deze verzorgt ruwe plekken, zowel op het gezicht als op het lichaam, en zorgt voor een gladder huidgevoel. Daarnaast hydrateren ureum en glycerine de huid intensief en gaan ze overmatige droogheid tegen.
Naast dagelijkse verzorging kunnen milde mechanische scrubs, zoals de DERMASENCE Hyalusome Cream peeling, helpen om verhoorningen op een zachte manier te verwijderen. De fijne scrubkorreltjes lossen tijdens het inmasseren de oppervlakkige dode huidcellen op. Deze scrub is een O/W-emulsie (olie-in-water) met biologisch afbreekbare korrels op basis van gehard castorolie. Extra reinigende stoffen verwijderen bovendien vuil en overtollig talg. Gebruik de DERMASENCE Hyalusome Cream peeling één tot twee keer per week als aanvulling op je verzorging met de DERMASENCE Seborra Skin clarifying body lotion.
Keratosis Pilaris is meestal onschuldig. Maar dat maakt het niet minder vervelend – zeker niet als de rode bultjes en ruwe plekjes op zichtbare plekken zoals je bovenarmen of wangen zitten.
Heb je hier last van? Weet dan: met de juiste verzorging, wat discipline en een beetje geduld kun je je huid echt gladder en egaler krijgen. En daar helpen we je bij DERMASENCE graag bij.
Bronnen
- Bährle-Rapp, Marina (2012): Springer Lexikon. Kosmetik und Körperpflege. 4. Auflage, Heidelberg, Berlin: Springer.
- Pennycook, K. B., & McCready, T. A. (2019): Keratosis Pilaris. In StatPearls. StatPearls Publishing.
- Wang, J. F., & Orlow, S. J. (2018): Keratosis pilaris and its subtypes: associations, new molecular and pharmacologic etiologies, and therapeutic options. American journal of clinical dermatology, 19, 733-757.
- Pennycook, K. B./ McCready, T. A. (2021): Keratosis Pilaris. In: StatPearls. Treasure Island (FL): StatPearls Publishing. Link: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK546708/
- Poskitt, L./ Wilkinson, J. D. (1994): Natural history of keratosis pilaris. In: The British journal of dermatology 130(6): S. 711–713. Link: https://doi.org/10.1111/j.1365-2133.1994.tb03406.x
- Arnold, A. W./ Stanislaw, A./ Buechner A. (2006): Keratosis pilaris and keratosis pilaris atrophicans faciei. In: Journal oft he German Society of Dermatology 4(4): S. 319-323. Link: https://onlinelibrary.wiley.com/doi/epdf/10.1111/j.1610-0387.2006.05933.x
- Wang, J. F./ Orlow, S. J. (2018): Keratosis Pilaris and its Subtypes: Associations, New Molecular and Pharmacologic Etiologies, and Therapeutic Options. In: American journal of clinical dermatology, 19(5): S. 733–757. Link: https://doi.org/10.1007/s40257-018-0368-3
- Augustine, M./ Jayaseelan, E. (2008): Erythromelanosis follicularis faciei et colli: relationship with keratosis pilaris. In: Indian journal of dermatology, venereology and leprology 74(1) S. 47–49. Link: https://doi.org/10.4103/0378-6323.38409
- Gruber, R./ Sugarman, J. L./ Crumrine, D./ Hupe, M./ Mauro, T. M./ Mauldin, E. A./ Thyssen J. P./ Brandner, J. M./ Hennies, H.-C./ Schmuth, M./ Elias, P. M. (2015): Sebaceous Gland, Hair Shaft, and Epidermal Barrier Abnormalities in Keratosis Pilaris with and without Filaggrin Deficiency. In: The American Journal of Pathology 185(4): S. 1012-1021. Link: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4380844/
- Reddy, S./ Brahmbhatt, H. (2021): A Narrative Review on the Role of Acids, Steroids, and Kinase Inhibitors in the Treatment of Keratosis Pilaris. In: Cureus 13(10): S. e18917. Link: doi.org/10.7759/cureus.18917
Auteurs
Marleen Pundt, cosmetisch wetenschapper
en Anna Tersteeg, cosmetisch wetenschapper
Ontdek meer over onze auteurs!